10 Maart 1906. 71 De heer HE1JLAERTS handhaaft het doorhem gedaan voorstel. Dit voorstel, alsnu in stemming gebracht zijnde, wordt ver worpen met 16 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Lijdsman, Van Dongen-, Van Hal, Teychiné, Verschraage, Van Dam, Rombouts, Scheltus, Smits, BLoemarts, Slechtriem, Staal, Van Keppel, Sassen, IngenHousz en de voorzitter. Vóór waren de heeren Reigersman, Heijlaerts; Jacoby en Vissers. Het voorstel van den voorzitter wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer VERSCHRAAGE vraagt, of het denkbeeld van den heer Rombouts, om de rangen af te schaffen, geene nadere overweging verdient. De voorzitter zegt de overweging van dit denkbeeld toe. 26. Voorstellen van de commissie voor de strafverordenin gen alhier tot wijziging van de algemeene politie-verordening voor deze gemeente, luidende als volgt „Naar aanleiding van uw besluit, waarbij aan de commissie „voor de strafverordeningen werd opgedragen om de bestaande „algemeene politieverordening dezer gemeente te herzien en in „verband te brengen met de provinciale reglementen, hebben „wij de eer U het navolgende ontwerp aan te bieden. Noodzakelijk doordien dit onderwerp ook gedeeltelijk ge regeld is bij provinciaal regle ment. HOOFDSTUK I. Kan onveranderd blijven. HOOFDSTUK II. Opnieuw vast te stellen. HOOFDSTUK III. In art. 11, achter b en c, toe te voegen„tenzij met ver gunning van burgemeester en wethouders".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 71