74
10 Maart 1906.
In de practijk gebleken niet
doeltreffend te zijn.
Nu de verschillende tram-
besturen op sommige plaatsen
één lijn berijden, is de nood
zakelijkheid van een dergelijk
artikel gebleken.
Noodzakelijk doordien het
onderwerp „trammen" gedeel
telijk geregeld is bij provin
ciaal reglement.
Met het oog op het te ver
wachten provinciaal ontwerp-
reglement op de waterleidin
gen, in verband met de wet
op de bevloeiingen, is het
zaak deze materie voorloopig
onveranderd te laten.
Overigens kan dit hoofdstuk
onveranderd blijven.
HOOFDSTUK VI.
Kan onveranderd blijven.
HOOFDSTUK VII.
Art. 63 te laten vervallen.
Achter art. 66 een nieuw ar
tikel te plaatsen.
De bestuurder van een tram
rijtuig is verplicht bij het ont
moeten van tramrijtuigen op
dezelfde tramlijn terug te rij
den naar de door de politie
aan te wijzen wisselplaats,
ten einde het andere tramrij
tuig gelegenheid te geven voort
te rijden.
Overigens dit hoofdstuk op
nemen vast te stellen.
HOOFDSTUK VIII.
Kan onveranderd blijven.
HOOFDSTUK IX.
Kan voorloopig onveranderd
blijven.
HOOFDSTUK X.
Kan onveranderd blijven.
HOOFDSTUK XI.
Achter art. 128 een nieuw
artikel toe te voegen.
Tot heden stond de politie Het is verboden zich te be-
machteloos tegenover perso- geven of zich op te houden