ONTWERP. 7 April 1906. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIER- LO, B. C. VAN DONGEN,']. A. J. W. VAN HAL, jhr. mr. A. REIGERSMAN, mr. M. P. M. VAN DAM, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W.J. VIS SERS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. L. TEYCH1NÉ, A. J, A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ en E. H. A. GULJÉ, bur gemeester, voorzitter. Afwezig de heeren F. M. HEIJLAERTS en mr. P. M. J. E. BLOEMARTS. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de no tulen van het verhandelde in de vergadering van 10 Maart 1906, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorziter deelt mede, dat ingekomen zijn berichten van de heeren HEIJLAERTS en BLOEMARTS, dat zij verhin derd zijn deze vergadering bij te wonen, eerstgenoemde we gens ongesteldheid en laatstgenoemde wegens ambtsbezighe den. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken. 1. Besluiten vai de gedeputeerde staten van Noord-Bra bant, als:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 87