88
7 April 1906.
a. in dato 22 Maart 1906, O, no. 193, houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit van 10 Maart j.l., om te brengen
ten laste van hoofdstuk VIII, art 1, begrooting voor 1906,
een bedrag van f 300,—, wegens kosten van aankoop
van een zilveren beker ten behoeve van de Bredasche
concours-hippique vereeniging
b. in dato 29 Maart 1906, G, no. 25, houdende goedkeuring
van een suppletoir kohier van de plaatselijke belasting
op het gebruik van openbaren gemeentegrond, ten be
drage van f 1,
c. in dato 29 Maart 1906, G, nö. 57, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 10 Maart 1906, om te brengen
ten laste van hoofdstuk VIII, art. 1, begrooting voor 1906,
een bedrag van f487,50, wegens vergoeding voor niet-
betaalde coupons van uitgelote schuldbrieven
d. in dato 29 Maart 1906, G, no. 60, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 19 Maart 1906, tot verkoop van
gemeentegrond aan J. C. Rijppaert;
e. in dato 29 Maart 1906, G, no, 59, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 10 Maart 1906, tot verkoop van
gemeentegrond aan W. W. A. de Voogd
f. in dato 29 Maart 1906, G, no. 72, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 10 Maart 1906 tot onderhandsche ver
huring van den stal en het koetshuis achter „Het Liggend Hert"
aan den heer jhr. C. C. Six, en den kelder onder gemeld pand
aan J. Brooijmans.
De voorzitter stelt voor, deze besluiten voor kennisge
ving aan te nemen en, voor zooveel noodig, ter uitvoering te
verzenden naar burgemeester en wethouders.
Waartoe besloten wordt.
2. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
d.d. 22 Maart 1906, G, no. 102, houdende verdaging van hunne
beslissing op het ter goedkeuring ingezonden raadsbesluit van
10 Maart j.l. tot wijziging der voorschriften, bedoeld in art. 1,
der woningwet.
De voorzitter stelt voor dit besluit voor kennisgeving
aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.