7 April 1906. 89 3. Schrijven van mej. E. M. C. Bogaerts, te Zundert, d.d. 19 Maart 1905, daarbij onder dankzegging aannemende hare be noeming tot onderwijzeres aan deop enbare tusschenschool aan de Nieuwehuizen alhier. De voorzitter stelt voor, dit schrijven eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 4. Adres van de afdeeling „Breda" van den bond van smeden patroons in Nederland, verzoekende in de gemeente-bestekken eene bepaling op te nemen, waarbij de onderaannemer gewaar borgd wordt voor zijne aannemingssom. De voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders oin prae-advies. De heer VISSERS zou wel in overweging willen geven dit adres gelijktijdig te behandelen met die, waarbij verzocht is in de bestekken bepalingen op te nemen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur. De voorzitter zegt, dat ook deze adressen nog bij bur gemeester en wethouders in onderzoek zijn. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 5. Adres van de afdeeling „Breda" van den R. K. Volksbond in het diocees Breda, verzoekende het voorstel tot afschaffing van de Pinksterkermis aan te nemen en zoo mogelijk de na jaarskermis te vervroegen. De voorzitter stelt voor dit adres aan te houden tot bij de behandeling van het betrokken voorstel. Waartoe besloten wordt. 6. Adres van de afdeeling „Breda" der Hanze, R. K. ver- eeniging van den handeldrijvenden middenstand in het bisdom Breda, d.d. 7 Maart 1906, verzoekende de bestaande politie verordening aan te vullen met eene bepaling, dat aan de zoo genaamde schandaalcolportage een einde wordt gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 89