7 April 1906.
90
7. Adres van liet bestuur van den St. Joseph-Kring te Breda,
d.d. 26 Maart 1906, verzoekende het daarheen te willen leiden,
dat niet alleen de zoogenaamde schandaalcolportage, maar ook
het zingen van zedenkwetsende en opruiende liederen bij
politie-verordening worde verboden en strafbaar gesteld.
De voorzitter stelt voor deze adressen te behandelen bij
punt 16 der agenda, bevattende voorstellen tot wijziging van de
algemeene politie-verordening.
De heer JACOBY zegt, dat hij niet kan medegaan met de
strekking van beide adressen, ofschoon hij straks zonder eenig
bezwaar zal stemmen voor het voorstel der commissie voor de
strafverordeningen, waarbij de zoogenaamde schandaalcolpor
tage wordt strafbaar gesteld. Spreker noemt o. a. schandaal
colportage, als bij carnaval of andere gelegenheden liedjes en
dergelijke worden gevent, waarvan de inhoud kwetsend is
voor anderen. Spreker legt den nadruk op, dat hij niet mede-
gaat met de strekking van beide adressen, omdat deze blijk
baar de bedoeling hebben, het venten .van zekere nieuwsbla
den hier ter stede den kop in te drukken. De eenige bladen,
welke hier ter stede luidkeels worden rondgevent, zijn „de
Bredasche Klok" en „de Avondster." Dat zijn bladen met ver
antwoordelijke redacteuren, en waar nu de grondwet de vrij
heid van drukpers waarborgt, behoudens ieders verantwoor
delijkheid volgens de wet, gaat het niet aan, om die vrijheid
op eenigerlei wijze te beperken. Als spreker dus straks zijne
stem zal geven aan het voorstel der commissie voor de straf
verordeningen, dan is dat niet met het doel, om ook de hier-
bedoelde weekbladen te treffen.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel des voorz itters.
8. Circulaire van den gemeenteraad van Bergen-op-Zoom,
verzoekende instemming te betuigen met het door dien raad
aan de staten dezer provincie gericht adres tot verhooging
van de provinciale bijdragen in de verplegingskosten van arm
lastige krankzinnigen.
De voorzitter stelt voor aan dit verzoek gevolg te ge
ven.