13 Januari 1906. 9 „der schutterij alsnog is (het kader meêgerekend) pl.m. „120 man; dat de dienst, in drie compagnieën, regelmatig „wordt voortgezet; dat de schietoefeningen voortduren „en de parades kunnen blijven bijgewoond worden. De „majoor beweerde onomwonden, dat Breda zich niet zou „kunnen beroepen op het motief Vermindering van de sterkte, eener d.d. schutterij, dat bezwaarlijk van hare leden „de diensten kunnen worden gevorderd, welke de wet hun „oplegt, en ook niet op het motief dat, bij gebrek aan „terrein, geen schietoefeningen kunnen plaats hebben. Door het rustend maken der schutterij is zij n\e.t opgeheven. „Dit heeft eerst plaats zooals hierboven reeds is aange rekend—op 2 Augustus 1907. De schutterij blijft dus „tot dat tijdstip bestaan, al zou ze geen dienst meer doen, „maar dan moet ook in den dienst blijven voorzien worden. Op de begrooting 1903 is voor de schutterij uitgetrokken a. Traktementen: auditeurf 90,- kwartiermeester125,- officier van gezondheid 45,- secretaris van den schuttersraad 30,- instructeurs225,- tamboers 269,- bode schuttersraad50,- opzichter magazijn100,- Samen f 925,— b. Kleeding enz.- j70, „onderhoud en reparatie van wapenen f 600,— j „onderhoud van ledergoed, trommen -Q - 20,— c. Schijfschieten- 250,— - 872,— „aankoop van wisschers en schroef- 1 draaien- 2,— j „d. Toelage aan het muziekkorps- 1500,— „e. Vuur, licht en schrijfbehoeften van den schuttersraad- 30,— Kosten van dagvaardingen- 20,— „g. Toelage aan den majoor-commandant - 300,— „h. Kosten van provoostarrest- 10,— Onvoorziene uitgaven- 10,— „Totaal f 3837,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 9