ONTWERP. 23 Maart 1907. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIERLO, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENH0US7, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, F. J. M HE1JLAERTS, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W. J. VISSERS, W. j. SLECHTRIEM, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN en E. H. A. GULjÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL en L. J. STAAL. Eéne vacature. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 16 Februari en 9 Maart 1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het mid den heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergaderingen goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen berichten van de heeren Van Dongen en Staal, dat zij wegens onge steldheid verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onbewoon baarverklaring van 'de woningen aan de Rozemarijnstraat 22 en 24, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 111