112 23 Maart 1907. „Zooals u uit het hierbij overgelegd schrijven van de ge zondheidscommissie voor de gemeente Br:da blijken zal, zijn „ter bewoning ongeschikt en niet door het aanbrengen van „verbeteringen in bewoonbaren staat te brengen „1. de woning, gelegen aan de Rozemarijnstraat, plaatselijk „genummerd 22, en „2. de wonin,g gelegen aan de Rozemarijnslraat. plaatselijk „genummerd 24, „ten gevolge waarvan wordt geadviseerd, bedoelde wonin gen onbewoonbaar te verklaren. „Het geval is alzoo aanwezig, bedoeld bij art. 18, punt 1, „der woningwet, welk artikel luidt „Indien eene woning ongeschikt is ter bewoning en niet door „het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kan „worden gebracht, wordt zij bij besluit van den gemeenteraad, „de gezondheidscommissie gehoord, onbewoonbaar verklaard. „Dit besluit moet tevens inhouden den last tot ontruiming „binnen een daarbij bepaalden termijn, en wordt onverwijld, „met overlegging van een afschrift van het advies der com- „missie, ter kennis gebracht van den bewoner, hoofd van het „gezin of afzonderlijk levend persoon en van den eigenaar „der woning. Voorts wordt aan de onbewoonbaar verklaarde „woning binnen veertien dagen door of vanwege burgemeester „en wethouders het kenteeken bevestigd, bedoeld in art. 95 der „bouwverordening. „Binnen dertig dagen na dagteekening van het besluit tot „onbewoonverklaring, kan bij gedeputeerde staten voorziening „worden gevraagd door den bewoner of eigenaar der woning, „in welk geval, hangende de termijnen tot en de behandeling „van de voorziening, het besluit tot onbewoonbaarverklaring „buiten werking blijft. „Naar aanleiding van het bovenstaande, hebben wij de eer „u in overweging te geven, de voorbedoelde woningen on bewoonbaar te verklaren, met bepaling van den tijd binnen „welken zij moeten ontruimd zijn op drie maanden". De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 112