116 23 maart 1907. De heer SASSEN wenscht splitsing van het voorstel. Het rapport behandelt de oprichting eener electrische centrale en tevens de concessie-aanvragen voor eene electrische tram. Spre ker meent, dat het wel de bedoeling zal zijn, dat beide zaken afzonderlijk behandeld worden. De voorzitter zegt, dat beide zaken met elkander in on afscheidelijk verband staan. De heer SASSEN meent, wat het eerste punt betreft, dat deze zaak van alle kanten is bekeken. Men heeft er veel over ge hoord en gelezen, ook in plaatselijke bladen. De beschouwin gen daarover in het Dagblad van Noord-Brabant, welke blijk baar met veel zaakkennis waren geschreven, zijn eigenlijk al voldoende, om aan te toonen, dat van de oprichting eener electrische centrale geen sprake kan zijn. Het rapport van den heer Smits is veel te optimistisch en spreker vindt het jammer, dat dit rapport in de wereld is gekomen. Wanneer thans hier over eene rondvraag werd gehouden, dan zouden de uitkom sten stellig van dien aard zijn, dat de zaak unaniem werd af gestemd. Spreker wijst er verder op, dat ook in andere plaatsen de oprichting eener electrische centrale van gemeentewege is af gesprongen, zoodat dit punt gerust ter zijde kan worden gelaten. Het tweede punt betreft de concessie-aanvragen voor elec trische trams. Het verwondert spreker ten zeerste, dat burgemeester en wethouders voorstellen, op die aanvragen afwijzend te beschik ken. Het antwoord op de vraag, waarom dit voorstel is ge daan, heeft spreker in het prae-advies niet kunnen vinden, 't Is blijkbaar als eene bijzaak beschouwd, ofschoon het een zeer belangrijk punt is. Waarom hebben burgemeester en wethouders geene bespre king gehouden met de aanvragers Er had toch wel eens ge vraagd kunnen worden, wat de bedoeling is van het verzoek. De zaak is niet behoorlijk onderzocht, ofschoon de gemeente thans in de gelegenheid is zonder eenige kosten eeneelectrische tram te krijgen. Spreker had dan ook liever gezien, dat er eene commissie ware benoemd geworden, die desnoods een deskundige had geraadpleegd en met de aanvragers geconfe reerd had.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 116