19 Januari 1907.
11
Met 1 Mei van het jaar, volgende op het kalenderjaar, waar-
„in een werkman den 65-jarigen leeftijd bereikt, wordt hem ont
slag verleend.
„Deze wijziging wordt gerekend te zijn ingegaan 1 Mei 1906."
De voorzitter zegt, dat deze wijziging ten doel heeft
om den werkman, die anders op 1 Januari in de termen van
pensioen zou vallen, door den winter heen te helpen, waardoor
hij beter de gelegenheid zal vinden, het pensioen door bijver
diensten aan te vullen. Spreker vraagt, of de raad zich met
de voorgestelde wijziging kan vereenigen.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
17. Prae-adviezen van het bestuur van het gemeentelijk pen
sioenfonds, als
a. op het verzoek van C. J. van der Ven c.s., om aan art. 27
der pensioenverordening eene nieuwe alinea toe te voe
gen en
b. op het verzoek van J. Timmers, om geheele of gedeel
telijke teruggave van'de door hem gestorte pensioensbij
dragen;
welke beide punten in de vorige vergadering zijn aangehou
den.
De voorzitter, dit punt aan de orde stellende, geeft in
overweging eerst in behandeling te nemen het prae-advies sub a.
De heer JACOBY zegt, dat deze zaak op zijn verlangen in
de vorige vergadering is aangehouden, wijl hij toen nog niet
goed op de hoogte was. Thans heeft spreker het adres nog
eens nauwkeurig nagelezen en meent, dat daarin veel waar
heid ligt.
Spreker leest een gedeelte van het adres voor en wijst daarbij
op het argument, dat ook aan directeur en leeraren der hoo-
gere burgerschool een gedeelte van de gestorte bijdragen is
terugbetaald, om hunne toetreding tot het rijkspensioenfonds
gemakkelijk te maken. Dat was eene gunst, want die heeren
behoefden niet toe te treden tot het rijkspensioenfonds. Zij
hadden evengoed in het gemeentelijk fonds kunnen blijven,
maar zij zagen voordeel in die verandering.