23 Maart 1907. 121 zeker groote voordeelen verbonden aan het gebruik van elec- triciteit, maar zoolang als wij, gemeentebestuur, niet klaar en duidelijk kunnen becijferen, dat de gemeente daar ten koste wan de gebruikers een voordeeltje uit halen kan, zoolang moet ge het maar zonder electriciteit stellen en we laten niet toe dat ze u door anderen geleverd wordt? Naar mijne bescheiden meening is dat standpunt niet juist, want ten eerste acht ik het verkeerd, dat de gemeente zich zou meester maken van alle bedrijven, die niet wegens beter alge meen beheer eigenaardig tot hare bestuurstaak behooren en die bovendien zooveel risico opleveren, maar ten tweede hebben we hier te doen met een concreet geval; we hebben hier eene aan bieding van heeren, die een erkend goede reputatie onder ons hebben, die ons de voordeelen willen verschaffen van het mo derne electrische tramwegverkeer, en omdat daarvoor eene electrische centrale onmisbaar is, ontstaat tegelijkertijd de ge legenheid om aan de ingezetenen, die het noodig hebben, electriciteit te leveren voor motoren en als het zijn moet ook voor licht, alles zonde rdat het de gemeente één cent kost, zonder eenig risico voor de gemeente, neen, maar waaruit voor de gemeente zeer goed een voordeel te bedingen zal zijn. Het gevaarlijke van het standpunt van burgemeester en wethouders zit vooral hierin, dat het een gladde baan is, waarop zij zich bewegen. Immers de overtuiging bestaat reeds en wordt openlijk door burgemeester en wethouders uitgesproken, dat het niet lang meer duren kan of men moet electriciteit hebben en er be staat dus groot gevaar, dat men onder den drang van de pu blieke opinie tot de oprichting van eene electrische centrale zal overgaan, ook al is dan het groot risico nog lang niet opgeheven, en om dan die electrische centrale eenigszins le vensvatbaar, of beter gezegd minder verliesgevend te ma ken, moet men, of men wil of niet, ook zelf de trams gaan exploiteeren. Er zal toch m. i. nooit eene maatschappij gevonden worden, die wel eene electrische tram wil exploiteeren, maar de electrische kracht van een ander, in casu de gemeente, nemen zal, en die dan veel duurder betaalt, dan ze haar bij eigen bedrijf kosten zou. Maar, mijnheer de voorzitter, waar gaan wij heen, als de ge meente dat alles zelf wil doen Scholen, gemeentewerken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 121