23 Maart 1907.
123
adres blijkt daarvan niets, en we hebben dat toch te beoor-
deelen, zooals het daar ligten wordt daarbij alleen gevraagd
de verandering van paardentrams in electrische met eene
concessie-verlenging van 30 jaar.
Met de overname der trams zijn die heeren gereed, als wij
maar willen toestaan, en ze vragen in dat geval de voorwaar
den, die de gemeente te stellen heeft.
Wanneer daar nu bij bepaald werd, dat de concessionarissen
geen motorische kracht, noch licht aan anderen mogen leveren,
tenzij de gemeente daarvoor een zeker tantième per kilowatt
ontvange, dan kan ik met den besten wil der wereld daarin
geen gevaar voor de gemeente zien, doch integendeel een
grooten vooruitgang en een te gemoet komen aan een eisch
des tijds ten bate van alle ingezetenen.
Er is nog eene tweede aanvrage, mijnheer de voorzitter, n.l.
die van den heer Beversen, maar vooreerst vraagt die eene
concessie voor 50 jaar, dus 20 jaar langer, dan de heeren Prisse
c.s., en zouden we ons dus noodeloos 20 jaar langer binden.
Maar in de tweede plaats zegt de heer Beversen, dat hij, in
geval hem de concessie verleend wordt, zal trachten om de
trams over te nemen, maar de heeren Prisse c.s. hebben die al
en is dus ook in dit opzicht de meest gereede partij.
Ook omdat de heer Beversen bepaaldelijk concessie vraagt
voor de oprichting van eene centrale voor de levering van
electrisch licht en de heeren Prisse c. s. niet vermeen ik, dat
de laatsten verre de voorkeur verdienen eri ik zou daarom
aan den raad willen adviseeren om te besluiten
1°. overeenkomstig het prae-advies ervan af te zien om
voor gemeente-rekening eene electrische centrale te bouwen
2°. aan de heeren Prisse, Preiswerk en Schotel de ge
vraagde concessie te verleenen onder nader te stellen voor
waarden
3°. burgemeester en wethouders uit te noodigen de voor
waarden te ontwerpen, waarop die concessie definitief zou
kunnen worden verleend.
De heer 1NGENHOUSZ kan zich met de beide vorige spre
kers goed vereenigen. We zitten niet voor een ingewikkeld
vraagstuk, maar voor eene heel gewone zaak. Van dit standpunt
beschouwd/ heeft de heer Van Keppel de koe zeer juist bij
de horens gevat. De heeren Prisse c.s. komen geen vergunning