126
23 Maart 1907.
gebruik maken van electrische tractie. Als Breda de electrische
tram te eenigertijd zou kunnen overnemen, dan zou het denk
beeld tot oprichting eener electrische centrale overweging
kunnen verdienen. Maar het zal nooit zoover kunnen komen,
dat Breda de geheele lijn in exploitatie zal kunnen nemen.
Ginneken, dat zelf eene electrische centrale heeft, zal dat nooit
toestaan. Bovendien komt het spreker voor, dat eene tram
beter kan geëxploiteerd worden door particulieren, dan door
eene gemeente. Het is derhalve van het hoogste belang voor
de gemeente, de gevraagde concessie te verleenen onder nader
te stellen voorwaarden. Daartoe wenscht spreker eene com
missie uit den raad benoemd te zien, om met de concessie
aanvragers te onderhandelen.
De heer REIGERSMAN ziet in het prae-advies niet zooveel
onlogisch als andere raadsleden daarover wel te kennen gaven.
Het betreft hier eene persoonlijke opvatting, zooals elke andere,
Toch komt het spreker voor, dat het belang van Breda mede
brengt, dat aan de heeren Prisse c.s. de concessie wordt ver
leend. We zouden dan in de conditiën zoodanige bepalingen
kunnen maken, dat de gemeente dc bevoegdheid bezit, om te
eenigertijd zelf de electrische centrale te exploiteeren. Is spreker
juist ingelicht, dan zou het plan bestaan, de electrische cen
trale op te richten op het grondgebied van Breda. Als nu na
15 jaar mocht blijken, dat zóó'n inrichting levensvatbaarheid
bezit, of als het om andere redenen mocht noodig zijn, wat
zou er dan tegen zijn, dat de gemeente Breda het recht bezit,
om tegen overeen te komen prijs de centrale met het materieel
enz. te naasten. Het staat dan nog niet vast, dat de gemeente
ook zelf de tram moet gaan exploiteeren.
Spreker is niet zoo zwaartillend als anderen en meent, dat
gemeente-exploitatie op den duur wel levensvastbaar zal zijn.
We zouden dan krijgen eene eigen centrale met eigen tram en
na verloop van 15 jaar zelf kunnen overgaan tot de exploita
tie daarvan.
Spreker meent, dat dan de omliggende gemeenten volstrekt
geen bezwaar zullen hobben, dat Breda op haar terrein eene
electrische tram exploiteert. Dit zou wel het geval kunnen
wezen bij het eindigen der loopende concessiën in 1913. Maar
als eenmaal de lijn er ligt, zullen de gemeentebesturen wel
bereid zijn in die exploitatie toe te stemmen.