23 Maart 1907. 127 Spreker is ervoor, dat de concessie wordt verleend aan de heeren Prisse c. s. onder nader te stellen voorwaarden. De heer LIJDSMAN wenscht ook met een enkel woord zijne stem te motiveeren. Als ooit eene concessie-aanvrage bij spreker welkom is geweest, dan is het wel deze. Het zou ook onbillijk zijn tegenover de bestaande concessionarissen, die thans in de gelegenheid zijn hare lijn op voordeelige voor waarden aan anderen over te doen. Spreker meent, dat de gemeente nooit zoo goedkoop aan ecne electrische tram zal komen als thans en zal derhalve gaarne stemmen voor de in williging van het verzoek. De voorzitter wijst erop, dat de raad wel overtuigd zal zijn, naar aanleiding van het rapport van den heer Bellaar Spruijt, dat de oprichting eener electrische centrale in eene stad beneden de 100000 zielen thans niet raadzaam is. Spreker is het erover eens, dat de gasfabriek er niet onder lijden zal. De ondervinding, elders opgedaan, heeft geleerd, dat het gas verbruik, niettegenstaande de oprichting eener electrische cen trale, voortdurend toeneemt. Maar de kwestie is dezehet electrisch bedrijf gaat elk jaar verder en de wetenschap maakt groote vorderingen. In September komt er eene groote ten toonstelling te Amsterdam, waar de Amerikanen zullen toonen, hoeveel verder zij zijn. Wie weet, hoeveel men na 4 of 5 jaar verder zal gekomen zijn. Men zal dan op veel beteren grond slag over de zaak kunnen oordeelen. Er wordt nog beweerd, dat de electrische centrale op het grondgebied van Breda zal komen te staan, doch daarvan is niets bekend. Spreker zou daarom wel willen aanraden, vooreerst niet op de concessie aanvragen in te gaan. De heer TEYCHINÉ betoogt, dat, waar men overtuigd is, dat de electriciteit geen schade zal toebrengen aan de gasfa briek, er ook geen aanleiding kan bestaan, om de concessie niet te verleenen. De electrische wetenschap zal blijven toe nemen, zoodat de raad na 4 of 5 jaar weer voor dezelfde moeielijkheid zou komen te staan. Als onze voorzaten er ook zoo over gedacht hadden, dan zouden we geene gasfabriek gehad hebben. Men moet met den tijd medegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 127