128 23 Maart 1907. De heer ROMBOUTS wil als zijne meening te kennen geven, dat burgemeester en wethouders in deze een zeer goed stand punt hebben ingenomen. Wat toch hebben de verschillende rapporten ons geleerd Dat plaatsen als Breda te klein zijn, om eene electrische centrale op te richten alleen voor verlich ting en beweegkracht voor motoren. Alleen dan bestaat de mogelijkheid daartoe, wanneer de centrale kan worden dienst baar gemaakt, om ook het electrisch trambedrijf te exploiteeren. Het is daarom gewenscht, dat de gemeente die eenige mo gelijkheid thans niet uit handen geeft. Het is niet absoluut noodig, dat de gemeente zelf de tram exploiteert. Men kan bepalen, dat de concessionaris van de gemeente de kracht moet ontvangen. Dat geschiedt op meerdere plaatsen. Breda heeft dan enkel als voorwaarde te stellen, dat de stroom door de gemeente zal geleverd worden. Zou de raad niet op het voorstel ingaan, dan zal aan de gemeente voor onafzienbaren tijd de gelegenheid zijn ontnomen, om zelf eene electrische centrale op te richten, en in de toe komst schade lijden. Dat de gasfabriek niet lijden zal door het electrisch licht, noemt spreker een paradox. Het staat toch onomstootelijk vast, dat iedereen, die electrisch licht gebruikt, op dat oogen- blik geen gas voor verlichting noodig heeft. Een uitstel van 4 a 5 jaren mag niet groot zijn, maar de techniek gaat snel vooruit. En in die 5 jaren hebben we dan tevens de gelegenheid, om rekening te houden met de onder vinding, in andere steden van den tweeden rang opgedaan. Arnhem heeft reeds besloten tot de oprichting eener gemeen telijke electrische centrale, en andere plaatsen zullen ongetwij feld volgen. We krijgen dan een beeld, om zich aan te spie gelen, wat bij particuliere exploitatie niet het geval is. Tegenover deze voordeelcn staat niets anders, dan de illusie om spoedig eene electrische tram te hebben. Als de gemeente later de zaak wil naasten, dan zal dat niet kunnen geschieden zonder groote geldelijke opofferingen. Daar om wil spreker de mogelijkheid, om binnen enkele jaren zelf eene electrische centrale op te richten, niet uit handen geven en hij gelooft, dat het belang van Breda medebrengt, om te besluiten overeenkomstig het prae-advies van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 128