130 23 Maart 1907. de toekomst is noodig eene electrische centrale. Doch daarvoor is noodig de groote klant, het trambedrijf, en die klant mag men niet bij voorbaat daaraan ontnemen. Spreker zal daarom stemmen voor het prae-advies van burgemeester en wethouders. De heer SASSEN wenscht er nog op te wijzen, dat de beide wethouders zich op een verkeerd terrein bewegen. Het geldt hier niet de oprichting van een gemeente-bedrijf, maar het al of niet verleenen van concessie. Daarom is spreker ook voor eene gesplitste stemming. We weten niet, wat de concessie aanvragers willen. Daartoe kan met hen onderhandeld worden. Spreker wil evenmin de macht uit handen geven, om eene electrische centrale op te richten. Er zou dan als voorwaarde kunnen gesteld worden, dat in dit geval de concessionaris verplicht is den electrischen stroom van de gemeente te nemen. De mogelijkheid, dat de gemeente te eeniger tijd uit het elec- trisch bedrijf winst zal kunnen genieten, zal ook spreker niet helpen afbreken. De heer BLOEMARTS acht het onmogelijk aan de conces sionarissen voorwaarden te stellen, zonder het gevoelen van den raad te kennen, wanneer dit eventueel aan burgemeester en wethouders mocht worden opgedragen. Spreker meent, dat het op den weg van de concessionarissen ligt, om te zeggen, wat zij willen. De heer JACOBY is van oordeel, dat het op den weg van den raad ligt, om in beknopten vorm aan te geven, onder welke voorwaarden de gemeente bereid is, concessie te ver leenen. Als zoodanig wil spreker in overweging geven de concessie te verleenen voor 30 jaren, met de bevoegdheid tot naasting na verloop van 15 jaren; de verplichting, om de ge- heele lijn, waarlangs de tram loopt, door electrische booglampen te verlichten en eene bepaling omtrent maximum-arbeidsduur van het personeel, in dienst bij de concessionarissen. De heer TEYCHINÉ geeft in overweging tot stemming over te gaan. Wordt het voorstel van burgemeester en wethouders verworpen, dan zou eene commissie benoemd kunnen worden, om met de concessie-aanvragers te confereeren. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 13 tegen 4 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 130