23 Maart 1907. 131 Tegen stemden de heeren Lijdsman, Van Mierlo, Reigers man, Teychiné, Verschraage, IngenHousz, Heijlaerts, Smits, Jacoby, Vissers, Slechtriem, Van Keppel en Sassen. Vóór waren de heeren Bloemarts, Rombouts, Scheltus en de voorzitter. De heer INQENHOUSZ stelt alsnu voor aan de heeren Prisse c.s. de gevraagde concessie te verleenen onder nader vast te stellen voorwaarden. De heer SASSEN bepleit het denkbeeld tot hef benoemen eener commissie. De heer VAN KEPPEL ondersteunt bet voorstel van den heer IngenHousz. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereen komstig besloten. De heer SASSEN stelt alsnu voor eene commissie te benoe men, bestaande uit 4 leden en één wethouder, door burge meester en wethouders aan te wijzen, ten einde met de con cessionarissen in onderhandeling te treden. Hiertoe besloten zijnde, wordt tot stemming overgegaan, waar van de uitslag is, dat bij de eerste stemming worden ingeleverd 17 stembriefjes en dat zijn uitgebracht op de heeren Sassen 15, IngenHousz 12, Van Keppel 10, Verschraage 8, Teychiné 6, Reigersman 3, Lijdsman 3, Van Mierlo 2, Smits, Jacoby, Staal en Heijlaerts ieder ééne stem. Zoodat benoemd zijn de heeren Sassen, Ingen Housz en Van Keppel. Alsnu tot eene nieuwe vrije stemming overgaande, ter be noeming van een vierde lid, worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 13 op den heer Verschraage, 3 op den heer Teychiné en 1 op den heer Smits. Zoodat eveneens tot lid der commissie is benoemd de heer Verschraage. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 131