ONTWERP.
13 April 1907.
Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIER-
LO, jtir. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A.
VERSCHRAAGE, mr. W. 1NGENH0USZ, mr. P. M. J. E.
BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS,
F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W.J.
VISSERS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN
KEPPEL, H. A. SASSEN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester,
voorzitter.
Afwezig de heer J. A. J. W. VAN HAL.
Twee vacatures.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 23 Maart
1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle
ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de
leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toege
zonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daar
van verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken.
1. Brief van mej. Marie van Dongen, houdende kennis
geving van het overlijden op 25 Maart j.l. van haren vader,
den heer B. C. van Dongen, in leven lid van den gemeenteraad.
De voorzitter, van zijn zetel opgestaan en daarin ge
volgd door al de leden, zegt ongeveer het volgende
„Mijne heeren 1 Naar aanleiding van deze kennisgeving ge-
„voel ik mij gedrongen een woord van weemoedige hulde te