13 April 1907. 143 De voorzitter stelt voor, deze rekening te stellen in handen eener commissie van drie leden tot onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde, en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Heijlaerts, Van Keppel en Slechtriem. 13. Schrijven van de commissie van beheer der bank van leening alhier, d.d. 2 April 1907, daarbij ter goedkeuring aan biedende de rekening en verantwoording van gemelde admini stratie over 1906. De voorzitter stelt voor, deze rekening eveneens te stellen in handen eener commissie van drie leden tot onder zoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde, en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissieden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Sassen, Van Mierlo en Jacoby. 14. Schrijven van de commissie van bestuur van het pen sioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen te Breda, d.d. 30 Maart 1907, n°. 836, daarbij ter goed keuring a~nbiedende de rekening en verantwoording van het pensioenfonds over het jaar 1906. De voorzitter stelt voor, deze rekening mede in handen te stellen eener commissie van drie leden tot onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde, en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissieleden even eens zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Reigersman, Verschraage en IngenHousz. 15. Rapport van den heer dr. W. Reinders over het onder zoek van het gas der gemeentelijke gasfabriek gedurende de maand Maart 1907, luidende als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 143