148
13 April 1907.
20. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op
het adres van het treinpersoneel der staatsspoorwegen met
betrekking tot de regeling van hun aanslag in den hoofdelij-
ken omslag dezer gemeente.
De voorzitter stelt voor, dit punt niette behandelen,
wijl burgemeester en wethouders nog bezig zijn de zaak te
onderzoeken.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
21. Brieven van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
geleidende adressen van personen, die beroep hebben ingesteld
tegen hunnen aanslag in den hoofdelijkcn omslag dezer ge
meente voor het dienstjaar 1906.
22. Bezwaarschriften van personen tegen hunnen aanslag in
den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1906.
De voorzitter stelt voor, deze stukken in besloten zitting
te behandelen.
Waartoe besloten wordt.
23. De heer TEYCHINÉ, alsnu het woord gevraagd en ver
kregen hebbende, wenscht te vernemen of bij burgemeester en
wethouders niet een verzoekschrift is ingekomen van het be
stuur der Groote Sociëteit, tot het maken van een lawntennis-
baan in het Valkenberg.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit verzoek is inge
komen na het opmaken der agenda,, alzoo te laat, om thans
nog in behandeling genomen te kunnen worden.
De heer TEYCHINÉ wijst erop, dat meermalen zaken wor
den behandeld, welke niet op de agenda zijn vermeld. De le
den zijn allen op de hoogte gesteld van het verzoek, zoodat
geen bezwaar kan bestaan het stuk thans in behandeling te
nemen.
De heer SCHELTUS betoogt, dat als regel is aangenomen,
geene zaken te behandelen, welke niet op de agenda zijn ver
meld. Bovendien is het verzoek nogal van eenig belang, waar
omtrent spreker zich nog geene bepaalde opinie gevormd heeft,
zoodat hij in overweging geeft het adres thans niet aan de
orde te stellen.