ONTWERP. 4 Mei 1907. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIERLO, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W. J. VISSERS, P. A. F. DE BONT, W.J. SLECHT- RIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPLL, H. A. SASSEN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en J. A. J. W. VAN HAL. Eéne vacature. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 13 April 1907, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toege zonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde: A. 1. Beëediging en installatie van het nieuwbenoemde raadslid, den heer P. A. F. de Bont. De voorzitter verzoekt den secretaris den heer De Bont, die beëedigd moet worden, binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door genoemden heer achter eenvolgens in handen van den voorzitter afgelegd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven bij art. 39 der gemeentewet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 151