152
4 Mei 1907.
De voorzitter wenscht den heer De Bont geluk met
zijne benoeming tot lid van den raad en vertrouwt, dat hij
gaarne zal willen medewerken tot bevordering van de belangen
der gemeente Breda.
Hierop neemt de benoemde zitting.
Ingekomen stukken.
2. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
als
a. in dato 18 April 1907, Q, no. 55, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 23 Maart j.I. tot verkoop van
een stukje gemeentegrond aan het Van Coothplein aan
J. P. Bakkeren alhier;
b. in dato 18 April 1907, G, no. 253, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 13 April j.I., om in de begroo
ting voor het dienstjaar 1906 af te schrijven van ver
schillende posten van uitgaaf een bedrag van f 2051,
en dit bedrag over te schrijven op hoofdstuk VII, art. 32
(nieuw), (honorarium voor het uitbrengen van een rap
port in zake de oprichting eener electrische centrale);
c. in dato 2 Mei 1907, G, no. 13, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 13 April 1907 om te brengen
ten laste van hoofdstuk VIII, art. 1 der begrooting voor
1907, een bedrag van 150,—, wegens aankoop van een
zilveren beker ten behoeve van de Bredasche Concours-
hippique vereeniging;
d. in dato 24 April 1907, G, no. 6, waarbij de aanslag in
den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienst
jaar 1906 van J. M. J. Koning te Teteringen wordt ver
minderd met 0,44:>, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van 1150,— voor 4/12 gedeelten.
De voorzitter stelt voor deze besluiten voor kennisge
ving aan te nemen en, voor zooveel noodig, ter uitvoering te
verzenden naar burgemeester en wethouders.
Waartoe besloten wordt.
3. Schrijven van de commissie voor de ambachtsschool alhier,
d.d. 22 April 1907, daarbij in overweging gevende den heer
L. A. van Dijk, onderwijzer in het lijnteekenen aan gemelde
inrichting,als zoodanig definitief te benoemen, ingaande 1 Mei 1907.