158 4 Mei 1907. houders worden benoemd door den raad uit zijn midden; dat wil zeggen uit een voltalligen raad, Spreker meent dan ook, dat het verkeerd zou zijn, thans tot de benoeming over te gaan, omdat de vacature-VAN Dongen nog niet is aangevuld. De heer REIGERSMAN zegt, dat, wanneer men de redeneering van den heer IngenHousz consequent wil doorvoeren, er op het oogenblik geen raad zou zijn. Er staat niet in de wet, dat de wethouder gekozen moet worden uit een voltalligen raad. Wij formeeren op dit oogenblik den raad in Breda, en uit ons midden moet de wethouder gekozen worden, zegt spreker. De heer VAN KEPPEL kan uit het bewuste artikel ook niets anders afleiden, dan dat men raadslid moet zijn, om tot wet houder benoemd te kunnen worden. Spreker meent echter, dat men bij de vorige benoeming reeds een definitieven wet houder had kunnen kiezen en dat die benoeming niet afhanke lijk behoeft te zijn van het al of niet bestaan eener vacature in den raad. Anders zou geen enkel besluit geldig zijn, het welk tijdens eene vacature genomen is. De heer JACOBY heeft zich afgevraagd, of er haast is bij de benoeming, wijl men toch een tijdelijk wethouder heeft. De mogelijkheid bestaat, dat de vacature-van Dongen wordt aangevuld door iemand, die door den raad meer geschikt ge acht wordt voor de betrekking van wethouder. Bovendien is er thans een tijdelijk wethouder, die dezelfde functiën vervult als een definitief wethouder, zoodat spreker in overweging geeft, deze zaak uit te stellen. De heer REIGERSMAN kan zich niet vereenigen met de zienswijze van den heer Jacoby. Stel, dat er niemand ge schikt geacht wordt voor de betrekking van wethouder, dan zou de raad met de benoeming moeten wachten, totdat er eene vacature kwam, die een goeden wethouder brengen zou. Boven dien geeft de wet het tijdstip aan, waarop in de vacature moet zijn voorzien. De heer JACOBY vraagt, of bij burgemeester en wethouders een bepaalde reden bestaat, om den tijdelijken wethouder zoo spoedig mogelijk te vervangen door een definitieven. Het college is nu toch ook compleet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 158