170 4 Mei 1907. De heer TEYCHINÉ deelt de bezwaren van den heer Schel- tus niet. Voorop wordt gesteld, dat het spel om één uur zal beginnen en dan den heelen middag zal voortduren. Aange nomen, dat dit zoo is, zou dan hierdoor het Valkenberg ont sierd worden? vraagt spreker. Zoodra het spel afgeloopen is wordt alles weggeruimd. De heer Waals heeft zelfs voorge steld, om de palen van de omrastering groen te verven. Elders ziet men in de parken schommels, draaimolens enz. Is het niet prettiger, vraagt spreker, dat men in een park, hetwelk midden in de stad ligt, gelegenheid vindt tot volks spelen, dan dat men daarvoor een terrein buiten de stad moet gaan opzoeken? Spreker meent, dat het Valkenberg hierdoor meer bezoekers zal trekken en dat men het schoone daarvan meer en meer zal gaan bewonderen. De heer JACOBY geeft te kennen, dat, als thans een ver zoek om huur van een gedeelte van het Valkenberg aan de orde was, hij zich daartegen zou verzetten. De raad heeft echter vroeger in gunstigen zin beslist en daarom ziet spreker er geen bezwaar in, dat de huurder er zooveel genot van krijgt, als mogelijk is. Te meer, als hierdoor de gelegenheid geopend wordt, dat het Valkenberg ook voor andere vereeni- gingen kan worden opengesteld. Dat is sprekers voornaamste wensch. Er zou b.v. een openbare speeltuin kunnen komen. De meening, dat de Kippenren het Valkenberg zal ontsieren, deelt spreker niet. Hij verwacht, dat dit heel wat meer be zoekers zal trekken, vooral als de kippetjes erin zijn. Spreker zal derhalve stemmen voor de inwilliging van het verzoek. De heer HEljLAERTS is van oordeel, dat bij de aanvrage veel heeft voorgezeten, hetwelk hij gegrond kan noemen. Vroeger bestond er gelegenheid tot ontspanning op de ge slechte vestinggronden. Nu deze echter successievelijk be bouwd zijn, loopt alles naar buiten, doch men vergeet, dat in het midden der stad een terrein is, hetwelk zich voor het be oogde doel uitstekend leent. Spreker is met het bestuur der sociëteit van meening, dat men door het aanleggen van een lawntennisbaan weer eene attractie meer in het Valkenberg zal krijgen. Het paviljoen wordt dan meer een terrein van ontspanning, hetwelk, door de voorgestelde wijze van afrastering, aan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 170