190 1 Juni 1907. 16. Ontwerp-voorwaarden tot verhuring van terrein bij de gemeente-mestvaalt, aangewezen bij verordening van 4 Mei 1907, naar aanleiding van art. 4 sub 2° der hinderwet, luidende als volgt „Het terrein, bestemd voor het oprichten van inrichtingen „tot het bewaren en verwerken van lompen en beenderen zal „worden verhuurd onder de volgende voorwaarden „1°. geen terrein wordt verhuurd tenzij met de bestemming „om daarop te stichten een enkel gebouw of eene enkele ge floten loods, uitsluitend bestemd en gebezigd voor eene inrich- „ting, als bedoeld in de verordening van 4 Mei 1907; „2°. de aanwijzing van het terreingedeelte, hetwelk in huur „wordt afgestaan, geschiedt door burgemeester en wethouders; „3°. de huur wordt aangegaan voor een tijdvak, eindigende „1 Mei 1927; „4o. de huurder is gerechtigd de huur op 1 Mei van elk „jaar te doen eindigen, mits ten minste zes maanden te voren „aan burgemeester en wethouders schriftelijk opzegging doende „5°. de huurprijs bedraagt 0,10 (tien cent) per centiare en „per jaar, en moet jaarlijks bij vooruitbetaling worden voldaan; „6°. wanneer de gemeenteraad het in het belang der open bare volksgezondheid noodig acht, ter vervanging van het „bij zijn bovenaangehaald besluit aangewezen terrein, een „ander terrein voor de daarin genoemde inrichtingen aan te „wijzen, zal de huur een einde nemen twee jaren na de afkon diging van dat besluit zonder dat daartoe eenige andere „kennisgeving dan voormelde afkondiging zal noodig zijn; „7°. onverminderd de uit het huurcontract voor den huurder „voortvloeiende verplichting om het gehuurde bij het eindigen „der huur te ontruimen, zal hij, indien die ontruiming niet „binnen maanden na het eindigen der huur is geschied, „eene boete verbeuren van 1,— voor eiken dag gedurende „welken hij, na door burgemeester en wethouders te zijn aan gemaand, in de ontruiming nalatig blijft; „8°. de huurder is verplicht, het op het gehuurde terrein „geplaatste gebouw op diens kosten ten genoegen van burge meester en wethouders in goeden staat te onderhouden „9°. de huur gaat in op den dag, waarop, krachtens de „hinderwet, vergunning zal zijn verleend tot het oprichten der „gevraagde inrichting."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 190