196 1 Juni 1907. a. dat de slaapkamer, tweede verdieping, in den uit bouw vervalt en niets daarvoor in de plaats komt, zoodat de uitbouw niet hooger wordt uan 3,5 M. en b. dat het benedengedeelte van den uitbouw één meter wordt ingekort, met dien verstande, dat op de strook grond, die daardoor achter den uitbouw openblijft, in den hoek, wel een privaat met daar voor een overdekt portaal mag worden gebouwd. 27. Adres van D. J. Touw te Bredaverzoekende eene uit zondering toe te staan op het verbod van art. 14 der bouw verordening voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen eener werkplaats op het perceel aan de Beekstraat 6, ka dastraal bekend sectie A, no. 5437. Bij dit adres zijn gevoegd het advies van de gezondheids commissie, alsmede het prae-advies van burgemeester en wet houders, strekkende het verzoek toe te staan onder de door die commissie aangegeven voorwaarde. De voorzitter vraagt, of de raad zich ook hiermede kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten aan adressant de gevraagde vrijstelling te verleenen, onder voorwaarde, dat het gebouw worde gesticht op de plaats en op de wijze als de overgelegde teekening aanduidt. 28. Adres van C. de Kanter te Breda, verzoekende eene uitzondering toe te staan op het verbod van art. 14 der bouw verordening voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen van een pakhuis op het perceel aan den Haagdijk, kadastraal bekend sectie A, no. 5010. Bij dit adres zijn gevoegd het advies van de gezondheids commissie, alsmede het prae-advies van burgemeester en wet houders, strekkende het verzoek toe te staan onder de door die commissie aangegeven voorwaarden. De voorzitter vraagt, of de raad zich mede met dit voorstel kan vereenigen. Niemand hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde vrij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 196