20 19 Januari 1907. Lijn-Van Marie: Terheijden „Zevenbergen „Made c.a. 3450 7477 4068 „Zuider-stoomtramwegmaatschappy „Terheijden3450 „Hooge- en Lage-Zwaluwe 4392 3450 „Met deze gegevens voor oogen, verdient o.i. de aanvrage— „Van Marle gesteund te worden, omdat zij den meesten „waarborg biedt, dat de gewenschte tramverbinding zal tot „stand komen. „Naar aanleiding hiervan hebben wij alzoo de eer u te „advisceren, op het verzoek van den heer Van Marle gunstig „te beschikken, behoudens nader te stellen voorwaarden. „Als bijzondere voorwaarden wenschen wij daarbij den heer „Van Marle reeds nu te doen kennen: a. „dat de concessie in geen geval aan een ander mag „worden overgedragen b. „dat de concessie zal zijn vervallen, wanneer niet 1 „Januari 1909 met den aanleg der lijnen een begin van „uitvoering zal zijn gemaakt". De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer STAAL kan zich niet vereenigen met het voorstel, wat betreft het toekennen van subsidie. Gaarne wil spreker echter moreelen steun verleenen, doch door het toekennen van subsidie zou men op den verkeerden weg geraken. Spreker wijst hierbij op de geschiedenis van de totstandko ming der tram naar Oosterhout. Iedereen trok er den neus voor op, en ofschoon die lijn onder dure voorwaarden is tot stand gekomen, verkeert zij thans in zeer goede conditie. Daarna is gekomen de Ginnekentram. Met moeite konden de aandeelen geplaatst worden en zelfs neringdoenden werden genoodzaakt aandeelen te nemen. Later is gebleken, dat die tram steeds een hoog dividend uitkeerde, varieerende van 5 tot 10 °/o. Toen kwam de Zuid-Nederlandsche tram naar Antwerpen en Roosendaal. Niemand vermoedde, dat deze lijn levensvatbaar heid zou bezitten, wijl zij twee plaatsen met Breda verbond, die reeds door de spoorlijn verbonden waren. Dat ook deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 20