212
1 [uni 1907.
Als thans een agent van politie zich misdraagt, kan hij wor
den teruggesteld tot eene lagere klasse. Dat is wel een ge
voelige straf, doch lang zoo erg niet, dan wanneer hij uit den
dienst wordt weggejaagd, hetgeen voor hetzelfde feit, bij het
bestaan van slechts ééne klasse, zou moeten geschieden. Bij
degradatie kan hij weer op zijn ouden rang terugkomen. Dat
is niet zoo erg voor vrouw en kinderen, dan wanneer hij ont
slagen werd.
De heer REIGERSMAN verklaart alsnu, gehoord de toelich
tingen, zich te kunnen vereenigen met het voorstel van burge
meester en wethouders.
De heer VAN KEPPEL trekt eveneens zijn voorstel in.
Het voorstel van den heer JACOBY, tot afschaffing der klassen,
wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 9 tegen
8 stemmen.
Tegen stemden de heeren Reigersman, Bloemarts, Rom-
bouts, scheltus, heijlaerts, staal, van keppel, sassen
en de voorzitter.
Vóór waren de heeren Lijdsman, Teychiné, Verschraage,
Smits, Jacoby, Vissers, De Bont en Slechtriem.
De heer STAAL heeft nog een bezwaar tegen de bezoldiging
van den inspecteur. Spreker meent, dat de toestand niet erg
gezond is, daar de inspecteur uitsluitend kantoorwerk verricht.
In diens plaats kon men beter een schrijver aanstellen.
De voorzitter zegt, dat de inspecteur ook heel wat
straatdienst verricht.
De heer STAAL is in dat geval gaarne bereid zijn voorstel
terug te nemen. Spreker ziet den inspecteur echter nooit anders
op straat dan onder schafttijd.
De heer HEIJLAERTS bevestigt het gezegde van den voor
zitter. Spreker ziet den inspecteur bijna dagelijks op den
Haagdijk en steeds op verschillende tijdstippen van den dag.
Thans komt in stemming de verordening, zooals die door
burgemeester en wethouders is voorgesteld, welke alsnu met
algemeens stemmen wordt aangenomen.