224 22 Juni 1907. Bij dit schrijven is gevoegd een prae-advies van burgemeester en wethouders, waaruit blijkt, dat tegen de verlangde wijziging geene bedenking bestaat. De voorzitter vraagt, of de raad zich eveneens met deze wijziging kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, met overlegging van een desbetreffend voorstel van de com missie van toezicht op het middelbaar onderwijs en van het advies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, in overweging gevende, voor het cursusjaar 1907—1908 te herbe noemen 1°. tot leeraar in de Hoogduitsche taal aan de hoogere bur gerschool alhier den heer J. A. Verdenius en 2°. tot leeraar in de Nederiandsche taal en de geschiedenis aan voormelde school den heer dr. J. H. H. Houben. Niemand der leden tegen dit voorstel eenige be denking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, hou dende mededeeling, dat bij besluit van de gedeputeerde staten dezer provincie, d.d. 28 Augustus 1902, Q, no. 122, aan deze gemeente voor den tijd van vijf jaren, ingaande 2 September J902, ontheffing is verleend van de verplichting tot het geven van onderwijs in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek aan de openbare school voor meisjes, met uitgebreid leerplan, in deze gemeente, daarbij in overweging gevende, voorbedoelde ontheffing opnieuw aan te vragen, op grond, dat de leerlingen van de meisjesschool van andere gelegenheden in de gemeente gebruik maken, om onderricht in gymnastiek te ontvangen en ook, omdat geen lokaal daarvoor aan de meisjesschool be schikbaar is. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 12. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar bij voorstellende een ambtenaar van den burgerlijken stand te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 224