22 Juni 1907.
225
benoemen in de plaats van den heer mr. M. P. M. VAN Dam,
thans lid van gedeputeerde staten dezer provincie, en waartoe
wordt aanbevolen de heer mr. P. M. J. E. Bloemarts.
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en
Bloemarts als stemopnemers te willen fungeeren.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 17 op den heer
Bloemarts, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
Zoodat de heer mr. P. M. J. E. Bloemarts is be
noemd tot ambtenaar van den burgerlijken stand in
deze gemeente.
De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door
hem als zoodanig verrichte.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders alhier tot
opheffing der commissie voor de teekenschool, luidende als
volgt
„Toen de noodzakelijkheid bleek om de teekenschool, welke
„wettelijk ressorteert onder het middelbaar onderwijs, te bren-
„gen onder het toezicht van de voor dat onderwijs bestaande
„commissie, werd door ons dit punt, dat zijn oorsprong had
„in de door den minister van binnenlandsche zaken verlangde
„reorganisatie der burgeravondschool, blootgelegd aandecom-
„missie van beheer der gemeente-teekenschool alhier, welke
„daarop berichtte, dat het haar voorkwam, dat met de voor
bedoelde reorganisatie hun functie overbodig werd en zij
„daarom haar ontslag aanbood. (Zie raadsnotuien van 4 Mei
„1907, blz. 165, n°. 16).
„Het oogenblik was toen nog niet gekomen, om het door de
„commissie aangeboden ontslag te aanvaarden.
„Nu echter de commissie welwillend hare laatste taak vol
bracht heeft, te weten, door het houden der prijsuitdeeling, het
„cursusjaar, waaraan zij nog hare goede zorgen had gewijd,
„heeft afgesloten, hebben wij de eer U voor te stellen
a. „de tot dusver bestaan hebbende commissie van beheer
„der gemeentelijke teekenschool alhier op te heffen en
„individueel aan de leden dier commissie, als zoodanig,
„eervol ontslag te verleenen, onder dankbetuiging voor
