228 22 Juni 1907. „grond gebouwen moesten worden gesticht, waarvan de gevels ,aan de straatzijde geene mindere hoogte mochten hebben dan „8 meter boven het trottoir, en dat voor eiken dag verzuim „één gulden boete zou worden verbeurd. „Aan deze voorwaarde is door contractant ter andere zijde „slechts voor drie vijfde gedeelten binnen den gestelden ter- „mijn voldaan. „De bewoonbaarverklaring van de gebouwen, gesticht op de „overige twee vijfde gedeelten, is afgegeven 13 Mei 1907, ter- „wijl de onderteekening van het contract heeft plaats gehad „16 October 1905, zoodat eene overschrijding van 178 werk dagen heeft plaats gehad. „In aanmerking genomen, dat 3/r, gedeelten binnen den ge- „stelden termijn waren bebouwd, behoorde als boete te worden „toegepast het 2/r> gedeelte van 178 71 dagen ad ƒ1,— per „dag, makende ƒ71,—. „Dit is de grondslag der geheven boete. „Adressanten beroepen er zich op, dat onwil of wat anders „ook van dien aard bij hen niet bestaan heeft en zij aan het „verloopen van den tijd, in de overeenkomst bepaald, niet ge dacht hebben. „Al kunnen deze redenen niet als afdoende beschouwd wor den, toch gelooven wij aan de goede trouw van adressanten, „te meer, dewijl zij, na de eerste waarschuwing, onmiddellijk „aan hunne verplichting hebben voldaan. „En dewijl het bebouwen van terreinen op het grondgebied „van Breda voordeelig voor de gemeente is en de eenigszins „te late stichting der onderwerpelijke gebouwen hoegenaamd „geen schade aan de gemeente heeft veroorzaakt, meenen wij „u in overweging te mogen geven, het verzoek van adressanten „toe te staan." De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. De heer VAN KEPPEL zegt, dat hij gaarne medegaat met het prae-advies van burgemeester en wethouders, wijl ook hij van meening is, dat adressanten te goeder trouw zijn. Spreker vraagt, of in dergelijke gevallen de belanghebbenden ook ge waarschuwd worden. Hij acht dit gewenscht, wijl de men- schen er anders gemakkelijk kunnen inloopen. Het is voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 228