244
20 Juli 1907.
De voorzitter wenscht thans, ook namens den raad, een
woord van hulde en erkentelijkheid te brengen aan de desbe
treffende commissie voor de bekwame en vlugge wijze, waar
op deze zaak is afgehandeld en tot een goed einde is gebracht.
De vergadering betuigt hare instemming met het gesprokene
door den voorzitter.
De voorzitter stelt alsnu, namens burgemeester en wet
houders, voor, om ter bestrijding van de kosten, voortvloeiende
uit de hierbedoelde onteigening en van andere openbare wer
ken, eene geldleening aan te gaan tot een bedrag van ƒ50000,—
De heer SASSEN vraagt, of hieronder ook begrepen is de
tijdelijke leening van ƒ17000,—, waartoe onlangs besloten is.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend,
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
eene geldleening aan te gaan, groot ƒ50000,—,
rentende 4 °/o 's jaars, tot bestrijding der kosten van
openbare werken en tot aflossing der tijdelijke geld
leening ad ƒ17 000,—, aangegaan krachtens raads
besluit van 22 Juni j.l., met bepaling, dat jaarlijks, te
beginnen met 1 Januari 1909, zal worden afgelost
minstens ƒ2000,— en dat tot waarborg van de renten
en aflossing dezer leening zullen strekken alle in
komsten en bezittingen der gemeente.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aan
gaan eener overeenkomst met liet domeinbestuur omtrent de
overgave van wegen, luidende als volgt:
„Zooals uwen raad bekend is, is, naar aanleiding van een
„schrijven van de commissie tot verbetering van volkshuisves-
„ting, op ons voorstel, bij besluit van 16 Juni 1906 een schrij
den gericht aan het domeinbestuur, op grond van art. 56 der
„bouwverordening, betreffende het dempen van poelen op
„domeingrond, gelegen aan den Haagweg.
„Eveneens is bij uw besluit van 22 September 1906 vastge
steld het uitbreidingsplan voor deze gemeente, waarop boven-
„genoemde wegen en het pleintje zijn ontworpen.
„De minister van financiën werd bereid bevonden om, ge-
„bruik makende van de machtiging thans bij art. 1 der wet