246 20 Juli 1907. alhier, verzoekende de betaling te willen overnemen eeneraan hem ingeleverde rekening wegens massage, tengevolge zijner verwonding in politiedienst op 1 Maart 1906, welk prae-advies luidt als volgt „Onder terugzending van het adres van Z. van der Mars, „voorheen agent van politie alhier, welk adres, bij uw besluit „van 4 Mei 1907, in onze handen werd gesteld om bericht en „raad, hebben wij de eer u te doen kennen het volgende „Adressant werd op 1 Maart 1906. tijdens hij in gemeente- „lijken politiedienst was, zwaar verwond, welke verwonding „ten gevolge heeft gehad, dat hij is moeten gepensionneerd „worden. „Lid zijnde van het Bredaasch Ziekenfonds, werd hij behan deld door den geneesheer van dat fonds, dr. P. A. Bossers, „die, ter bevordering van adressant's herstel, massage noodig „achtte, welke daarop plaats had door den heer J. J. Speet „alhier. „Deze diende, na afloop, aan Van der Mars eene rekening „in van de door hem verleende diensten tot een bedrag van 86,—, berekend tegen 2/s van het gewoon tarief. „Van der Mars gevoelde zich met die rekening ten zeerste „bezwaard en wendde zich tot uwe vergadering met het ver- „zoek, de verplichting tot betaling dier rekening van hem te „willen overnemen, aangezien zijne verwonding is ontstaan bij „de vervulling van zijn plicht, in en door den dienst. „Deze omstandigheid achten wij bij de beoordeeling der zaak „van overwegend gewicht. „Wij hebben opgevraagd een reglement voor de leden van „het Bredaasch Ziekenfonds, doch o. i. heeft dat fonds niet „zoo verre strekking, dat het verplicht is de kosten te dragen „van de behandeling zijner leden door eenige specialiteit, gelijk „thans met Van der Mars heeft plaats gehad. Bedoeld regle- „ment hebben wij de eer hierbij over te leggen. „Nu zou het zeker plichtmatig, althans zeer gewenscht zijn „geweest, dat, alvorens adressant onder behandeling van den „heer Speet was gesteld, of zich aan die behandeling had „onderworpen, eerst daartoe toestemming ware verkregen van „het gemeentebestuur, maar nu dit niet geschied is, overwegen „wij daartegenover, dat wanneer die toestemming wel zou ge vraagd zijn, ze toch niet zou geweigerd zijn geworden. Daar- „toe was het geval te ernstig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 246