ONTWERP.
10 Augustus 1907.
Tegenwoordig de lieeren J. LIJDSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ,
A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, A. A. A.
MEEUWESEN, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M. HEIJLAERTS,
A. F. SMITS, Ph. l. JACOBY, J. W. j. VISSERS, P. A. F.
DE BONT, W. J. SLECHTRIEM, L. STAAL, J. R. baron
VAN KEPPEL, H. A. SASSEN en A. P. SCHELTUS, waarne
mend burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren E. H. A. GUL)É, j. A. J. W. VAN HAL,
jhr. mr. A. REIGERSMAN, L. A. M. VAN MIERLO en mr. P.
M. J. E. BLOEMARTS.
De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat
is ingekomen een schrijven van den heer Van Hal, berichtende,
dat hij wegens voortdurende ongesteldheid verhinderd is, de
raadsvergadering van heden bij te wonen.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken.
1. Adres van Schulllr, gepensionneerd gemeente-arbeider
alhier, verzoekende om meerdere tegemoetkoming.
De voorzitter, dit adres aan de orde stellende, zegt,
dat burgemeester en wethouders niet in staat zijn, op grond
van de bestaande verordening, aan het verzoek van adressant
gevolg te geven. Spreker vraagt, of aan den raad wellicht
een middel bekend is, om den man te helpen.
De heer JACOBY zegt, dat hij op deze vraag niet anders
dan een ontkennend antwoord kan geven. Er is een tijd
geweest, dat de gemeente werkman geen aanspraak had op
pensioen. Toen is er eene verordening gemaakt, waarbij aan
den werkman op 65-jarigen leeftijd een pensioen werd verze
kerd. Dat pensioen, ofschoon niet voldoende, werd door
spreker toch dankbaar aanvaard.