10 Augustus 1907.
259
Daartoe worden door den voorzitter twee briefjes, de
namen der beide candidaten bevattende, in de bus gedaan en
behoorlijk dooreen gemengd, waarna door den heer Ingen-
Housz één briefje uit de bus wordt gehaald, hetwelk bij opening
blijkt te bevatten den naam van den heer Van Mierlo.
Zoodat de heer L. A. M. van Mierlo is aange
wezen om als 3den eandidaat op de voordracht te
worden geplaatst.
7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij,
met overlegging van het bericht van het hoofd der school en
van het advies van den arrondissements-schoolopziener, ter
benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige handwerken
voor meisjes aan de openbare school voor kosteloos onderwijs
aan de Middellaan, voordragende
1°. mej. H. den Blinde,
2°. A. P. E. Kriens,
3°. W. P. J. de Bie.
De voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan.
De heer VAN KEPPEL zegt, dat hem uit de stukken is ge
bleken, dat door het dagelijksch bestuur, bij het opmaken der
voordracht, is gevolgd het bericht van het hoofd der school
en het advies van den arrondissements-schoolopziener. In de
laatste jaren is het verschillende malen voorgekomen, dal
onderwijzeressen, reeds aan eene andere school werkzaam, ter
benoeming werden voorgedragen. Dat stelsel werd toen aan
geprezen, terwijl men er thans mede gaat breken. Als reden
wordt opgegeven, dat eene onderwijzeres in de handwerken te
weinig tijd heeft, als ze bovendien is gewoon onderwijzeres.
Daartegen bestaat bij spreker bezwaar. Uit de stukken blijkt,
dat onder de sollicitanten iemand is, die bovendien nog in het
bezit is eener akte als onderwijzeres. Deze wordt achterge
steld, omdat ze wellicht te veel weet. Dit gaat niet aan,
meent spreker, vooral, als men in aanmerking neemt, dat er
zooveel studie vereischt wordt, om zoo'n akte te verkrijgen.
Het moet dan ook een onaangenamen indruk geven, dat men
gepasseerd wordt, juist wegens het bezit van zoo'n akte.
Het argument, door den arrondissements-schoolopziener ge
bezigd, dat er weer spoedig eene vacature zou ontstaan, als
die onderwijzeres tot eene andere betrekking geraakt en dien-