260
10 Augustus 1907.
tengevolge de belangen van het onderwijs zouden worden ge
schaad, acht spreker niet afdoende. Op de eerste plaats is het
volstrekt niet zeker, dat de betrokkene naar eene andere be
trekking omziet en ten andere zou zij plaatsing kunnen vinden
in de gemeente of in den omtrek, waardoor zij deze betrek
king zonder bezwaar zou kunnen blijven waarnemen.
Wat zou het echter hinderen, vraagt spreker, als zoo iemand
na verloop van eenigen tijd vertrekt Dat hangt de gemeente
met alle sollicitanten boven het hoofd.
Spreker acht het dan ook zeer in het belang van het onder
wijs, dat steeds superieure krachten gebezigd worden.
De voorzitter meent te moeten doen opmerken, dat bur
gemeester en wethouders de voordracht van het hoofd der
school en van den arrondissements-schoolopziener volstrekt niet
klakkeloos hebben overgenomen. Er heeft te dezer zake met
het hoofd der school eene langdurige bespreking plaatsgehad.
De heer SASSEN voegt eraan toe, dat blijkens de stukken
de proeflessen den doorslag hebben gegeven. Bovendien is
de persoon, waarop de heer Van Keppel doelt, als no. 2 op
de voordracht geplaatst.
De heêr TEYCHINÉ is het niet eens met den heer Sassen.
Het komt spreker dan ook voor, dat het meer overeenkomstig
den wensch van het hoofd der school zou geweest zijn, wan
neer de betrokkene als no. 1 op de voordracht ware geplaatst.
Spreker wenscht ook te letten op de meerdere capaciteiten.
De vrees voor een al te spoedig vertrek kan geen motief zijn.
De heer ROMBOUTS zegt, dat burgemeester en wethouders
alleen in het oog hebben gehouden de zaak zelve. De raad
is verder vrij uit de voordracht te benoemen, wie hij verkiest.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan 9 op mej.
Kriens, 6 op mej. Den Blinde en 1 op mej. De Bie.
Zoodat mejuffrouw A. P. E. Kriens is benoemd
tot onderwijzeres in de nuttige handwerken voor
meisjes aan de openbare school voor kosteloos onder
wijs aan de Middellaan alhier, op de aan die betrek
king verbonden jaarwedde^ overeenkomstig de ver