10 Augustus 1907. 261 ordening, regelende de jaarwedden van het onderwij zend personeel in deze gemeente, in te gaan met den dag harer infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. 8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, met overlegging van het advies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, ter benoeming tot leeraar in de Fransche taal en letterkunde aan de hoogere burgerschool alhier (vacature- Sauveur) aanbevelende de heeren 1°. E. E. Hartmann, te Apeldoorn, e:i 2n. J. W. Hovenkamp, te Groningen. De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat in het voorstel van burgemeester en wethouders voorkomt, dat de heer Hartmann definitief benoemd zou moeten worden en de andere tijdelijk. Spreker vraagt wat hiervan de reden is. De voorzitter antwoordt hierop, dat de benoeming van den heer Hartmann definitief kan geschieden, omdat hij reeds geruimen tijd aan eene hoogere burgerschool werkzaam is, hetgeen met den heer Hovenkamp niet het geval is. De heer VAN KEPPEL vraagt, of hieruit valt af te leiden, dat eene benoeming definitief moet geschieden, als men aan eene andere hoogere burgerschool werkzaam is. De voorzitter antwoordt hierop bevestigend, hetgeen ook uit het bericht van de commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs blijkt. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 16 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer Hartmann. Zoodat is benoemd tot leeraar in de Fransche taal en letterkunde aan de hoogere burgerschool alhier de heer E. E. Hartmann, thans leeraar aan de hoo gere burgerschool te Apeldoorn, op de aan die be trekking verbonden jaarwedde overeenkomstig de verordening, regelende de jaarwedden van directeur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 261