262
10 Augustus 1907.
en leeraren aan de hoogere burgerschool alhier en
met bepaling, dat. de benoemde, eervol ontslag ver
langende, het verzoek daartoe minstens drie maanden
te voren behoort in te dienen.
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij
in overweging gevende, het door den heer J. H. Sauveur ge
vraagd eervol ontslag als leeraar indeFransche taal en letter
kunde aan de hoogere burgerschool alhier, met ingang van
1 September e.k., te verleenen en tevens machtiging verzoe
kende, om voor het tijdvak van 1 September tot den lijd, dat
de nieuwe leeraar in dienst treedt, een tijdelijk leeraar te
mogen aanwijzen, na den inspecteur van het middelbaar on
derwijs te hebben gehoord.
De voorzitter stelt voor, het gevraagde eervol ontslag
met ingang van 1 September e.k. te verleenen, onder dankbe
tuiging voor de goede diensten, door hem aan het middelbaar
onderwijs alhier bewezen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter vraagt alsnu, of de raad burgemeester
en wethouders zou kunnen machtigen door cene tijdelijke
regeling in het onderwijs te voorzien, totdat de nieuwbenoemde
leeraar zijne betrekking zal hebben aanvaard.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders om ten laste
der gemeentc-begrooting, dienst 1907, te brengen een bedrag
van ƒ46,10, wegens kosten,'welke veroorzaakt zijn door een
aan den commissaris van politie bij de uitoefening van zijn
ambtsdienst op 26 Juli j.l. overkomen ongeval.
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
De heer JACOBY zegt, dat hij zich met dit voorstel wel
vereenigen kan, ofschoon hij toch een principieel bezwaar
heeft. De commissaris van politie is werkzaam geweest in
het belang van het rijk. Zoo gebeurt het meermalen, dat de
politie optreedt in het belang van 's rijks dienst, b.v. ter
uitvoering van de drankwet, in welk geval aan de ambtenaren