10 Augustus 1907. 263 een ongeval kan overkomen. Spreker meent, dat het wel eens een punt van overweging mag uitmaken, wie in dergelijke gevallen de kosten moet betalen, het rijk of de gemeente. De voorzitter vindt deze opmerking volkomen juist en zal haar gaarne bij het dngelijksch besluur in overweging- brengen. De heer MEEUWESEN zegt, dat hij nauwelijks behoeft op te merken, dat hij zich met het voorstel volkomen kan ver eenigen. Naar aanleiding van het verzoek van den commissaris van politie is bij spreker echter de vraag gerezen, of de ge meente niet eens onverwacht zou komen te staan voor groote uitgaven. Bij een ernstig ongeval, dat den dood tengevolge heeft, zou de gemeente wellicht moeten voorzien in het lot van vrouw en kinderen. Het politiekorps is niet tegen onge vallen verzekerd. Het is thans de tweede maal, dat spreker eene raadszitting bijwoont en in beide vergaderingen is er een voorstel ter tafel gebracht, om aan de politie eene uitkcering te doen voor genezing van ongevallen. Spreker meent dan ook, dat het op den weg van het gemeentebestuur ligt, om te onderzoeken, of ten behoeve van het politiekorps niet eene ongevallenver zekering behoort te worden gesloten. Daardoor zou ook de billijkheid tegenover de ambtenaren betracht worden. Het komt spreker voor, dat een dergelijk verzoek, als thans aanhanging is, niet had behooren te geschieden. Was de politie tegen ongevallen verzekerd, dan behoefde ze niet meer te vragen en de gemeente was een groot risico kwijt. Men kan zich een ensemble geval denken, waarbij verschillende politie-ambtenarcn verwondingen opdoen; dan zou de gemeente er veel bij profiteeren, wan! de premie voor verzekering is veel minder, dan men wellicht meent. Zelfs in kleinere ge meenten dan Breda is het politiekorps tegen ongevallen ver zekerd. Spreker geeft dan ook in overweging om daarop bij de begrooting te letten. De voorzitter zegt, dat hij deze wenschcn bij het dz- gelijksch bestuur zal overbrengen. Zonder verdere bedenking wordt alsnü het onder- werpelijke voorstel goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 263