10 Augustus 1S07. 265 „gekomen zijn, wanneer of wel in verband met de aangren zende bebouwing de afbraak van een geheel complex ge bouwen noodzakelijk wordt, of wel het verbod tot herbouw „den eigenaar van een bepaald pand schade zou berokenen, „wanneer dit b. v. ten gevolge van brand, bouwvalligheid of „veranderde bestemming, herbouw of verbouwing zou moeten „ondergaan. „Ten aanzien van de nog onbebouwde perceelen, waarop „het bouwverbod rusten zal, moet dadelijke aankoop of ont eigening van die perceelen afstuiten op den te zwaren finan- „cieelen last, welken de gemeente dientengevolge zou moeten „dragen, terwijl het bovendien nog niet volstrekt vaststaat, dat „de thans tot straat of plein bestemde grond ook inderdaad „straat of plein zal worden. „Eerst dan wanneer de billijkheid dit medebrengt, zal tot „aankoop of onteigening moeten worden overgegaan, wanneer „het oogenblik van bebouwing der aangrenzende perceelen ge- bomen is. De voorzitter geeft in overweging de desbetreffende stukken ter visie te leggen voor de leden. De heer ROMBOUTS doet opmerken, dat het ontwerp, vol gens de wet, minstens 4 weken ter visie moet worden gelegd voor belanghebbenden. De naleving van dit wettelijk voor schrift kan zonder bezwaar plaats hebben. Dienovereenkomstig wordt besloten. 12. Geloofsbrieven van de bij de periodieke verkiezing op 25 Junij.l en de daarop gevolgde stemmingen en herstemmin gen op 9 en 19 Juli j.l. herkozen en nieuwbenoemde raadsleden, de heeren F. J. M. Heijlaerts en mr. P. M. J. E. Bloemarts voor district I, W. G. H. Rombouts, A. F. Smits |en P. A.F. de Bont voor district II en A. C. Bom en J. A. H. van den Brink voor district III. De voorzitter stelt voor, deze stukken te stellen in han den eener commissie van drie leden tot onderzoek en rapport. De heer VISSERS geeft in overweging, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 265