10 Augustus 1907. 267 Het onderzoek afgeloopen zijnde en na heropening der ver gadering, stelt de voorzitter voor, de geloofsbrieven dis- trictsgewijze in behandeling te nemen, te beginnen met die van de herbenoemde leden in district 1. De heer HEIJLAERTS verlaat alsnu de vergadering. Door den heer TEYCH1NÉ wordt namens de commissie, be last met onderzoek der geloofsbrieven, gerapporteerd, dat zij de stukken van de heeren Heijlaerts en Bloemarts in orde heeft bevonden en mitsdien wordt voorgesteld die leden toe te laten. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten de heeren F. J. M. Heijlaerts en mr. F. M. J. e. Bloemarts toe te laten tot leden van den gemeenteraad, zitting heb bende voor het 1ste district. De heer HEIJLAERTS komt weer ter vergadering. Thans is aan de orde de behandeling der geloofsbrieven van de herbenoemde leden voor het 2de district. De heeren ROMBOUTS, SMITS en DE BONT verlaten hierop de vergadering. De heer TEYCHINÉ rapporteert namens de commissie, be last met het onderzoek, dat zij de geloofsbrieven van de heeren Rombouts, Smits en De Bont heeft nagezien en in orde be vonden, weshalve zij voorstelt ook deze heeren toe te laten tot leden van den gemeenteraad. Wat betreft het ingekomen bezwaarschrift, is de commissie van oordeel, dat dit buiten beschouwing dient te blijven. Volgens art. 82 der kieswet hebben de kiezers gelegenheid hunne bezwaren in te brengen bij het opmaken van het proces-verbaal. Naar het oordeel van de meerderheid der commissie behoort dit bezwaarschrift derhalve buiten behandeling te blijven. De voorzitter vraagt, of het dan de bedoeling der com missie is om, zonder inachtneming van de ingebrachte bezwa ren, de herbenoemde leden toe te laten, waarop de heer TeychinÉ bevestigend antwoordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 267