10 Augustus 1907. 269 die artikelen is tevens bepaald, dat de bezwaren in het proces verbaal moeten worden opgenomen. En nu zoekt men in de kieswet tevergeefs naar eene bepaling, die van andere bezwaar schriften spreekt. Spreker acht dit ook zeer juist. De wet wil de bezwaren uitdrukkelijk geconstateerd hebben tijdens het opmaken van het proces-verbaal. De feiten zijn dan niet meer te loochenen. Later ingebrachte bezwaren kunnen daarom niet worden aangenomen, omdat het constateeren en flagrant délit niet meer mogelijk is. In het proces-verbaal is van de bezwaren niets vermeld. Zijn er bezwaren na de verkiezing gerezen, dan kunnen die worden overgebracht bij gedeputeerde staten. Maar dat kan geschieden buiten den raad en ook buiten de kiezers om. Gedeputeerde staten kunnen zelfs ongevraagd tusschenbeide komen. Wanneer de wet had willen toelaten, dat er nog bezwaren door de kiezers konden worden ingebracht, nadat het proces verbaal is opgemaakt, dan zou toch zeker wel een termijn zijn gesteld, binnen welken die bezwaren moeten zijn ingekomen. Het is dus niet het werk van den raad, maar van gedepu teerde staten, om later ingediende bezwaren, welke niet in het proces-verbaal staan, te onderzoeken. Art. 31 der gemeentewet is in dit opzicht zoo eenvoudig mogelijk. Dat artikel zegt, dat de raad van zijne genomen beslissing terstond kennis geeft aan gedeputeerde staten. Spreker constateert dan ook, dat noch de gemeentewet, noch de kieswet eenige bepaling bevat, waaruit valt op te maken, dat de raad gehouden is, de bezwaren te onderzoeken, welke na de verkiezing zijn ingekomen. Al waren de bezwaren van nog zoo'n geringen aard, spreker acht den raad niet bevoegd daarvan kennis te nemen, als ze niet in het proces-verbaal zijn opgenomen. De heer INGENHOUSZ was het oorspronkelijk eens met de zienswijze van de minderheid der commissie, doch na den heer Van Keppel te hebben gehoord, is hij van meening ver anderd. Spreker wenscht er nog eene opmerking aan toe te voegen, waar de minderheid een beroep wenscht te doen op de bepalingen der gemeentewet. Wij hebben te doen met eene organieke- wet, welke het kiesrecht regelt. Deze wet is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 269