10 Augustus 1907. 273 Spreker is nu 24 jaar lid van den gemeenteraad en is zich zelf bewust, dat hij steeds zaken van personen heeft weten te onderscheiden. De groote wijziging der kieswet heeft ten doel gehad uit breiding van kiesrecht en geheimhouding der stemming. Om het kiesrecht zoo geheim mogelijk te doen zijn, heeft de wet gever in art. 76 bepaald, dat het stembiljet gevouwen aan den kiezer nioet worden overhandigd en in art. 77, dat het door den kiezer gevouwen in de bus moet worden gedaan. Zij, die in het stembureau zitten, zijn verplicht daarvoor te waken en de voorzitter is gehouden de gestelde voorschriften op te vol gen. Daaraan is niet voldaan, zoodat spreker dus zal stemmen tot niet-toeiating van de gekozenen. De heer 1NGENHOUSZ meent, dat de discussiën te ver gaan. De vraag is, of requestanten ontvankelijk zijn in hun verzoek. En nu is zooeven met algemeenc stemmen besloten tot toe lating van de gekozenen in het tv/eede district, met ter zijde stelling van de ingebrachte bezwaren. Er is dus vrijwel im- plicite aangenomen, dat de verzoekschriften buiten beschouwing zouden blijven. Spreker wil dan ook thans eerst aan de orde gesteld zien de al- of niet-ontvankelijkheid van het bezwaar schrift. De heer SASSEN protesteert tegen deze opvatting. Op zijne vraag aan den voorzitter, of de conclusie van de commissie buiten beschouwing bleef, doch enkel beslist zou worden over de toelating, werd bevestigend geantwoord. Daarop is toen gestemd. Tegen de conclusie had spreker zich verzet, niet tegen de toelating. Spreker doet een beroep op den raad er, geeft zijne verbazing te kennen over de wijze van behandeling. De heer VAN KEPPEL zegt, dat ieder op zijne beurt reden heeft om verbaasd te zijn. De inconsequentie is zoo groot mogelijk. Er is door den heer IngenHousz opgemerkt, dat de conclusie, die strekte tot toelating van de gekozenen voor het tweede district, met algemeene stemmen is aangenomen, met ter zijdestelling van de ingebrachte bezwaren. Door dus thans te stemmen tegen de toelating, blijkt men eene andere opinie te huldigen, of er is iets anders, nu het gaat om district III. En nu kan men zeggen, dat het niet gaat over personen, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 273