10 Augustus 1907. 277 „regel slechts nietigheid te weeg te brengen, als dat verzuim „van invloed op de stemming geweest is of heeft kunnen zijn „en in 't algemeen, als de wil der meerderheid van de kiezers „uit de stemming duidelijk gebleken is, behoort de raad die „uitkomst te handhaven." Ziedaar, mijnheer de voorzitter, ook mijne conclusie. Naar mijne meening is de informaliteit niet van overwegenden invloed geweest op de stemming. Wars van partijzucht, heb ik mij bij deze overwegingen niet laten leiden door gevoelens van sympathie of antipathie; trouwens er zou in dat geval voor mij meer reden zijn geweest voor 't laatstgemeld gevoelen, waar het nog slechts enkele jaren is geleden, dat een der beide be trokken candidaten mij in een destijds verschijnend blaadje trachtte verdacht te maken. Gekozen door den wil des volks, heeft hij evenzeer als wij het recht om hier plaats te nemen. Of nu zijne verkiezing aan mij of aan anderen bevalt of niet bevalt, is eene kwestie van gevoel en die komt hier niet ter sprake. De heer INGENHOUSZ betoogt, dat, nu de zaak zelve aan de orde komt, onderzocht zal moeten worden, of de feiten, in 't bezwaarschrift vermeld, werkelijk hebben plaatsgehad. Voor 't oogenblik meent spreker dan ook, dat de redeneering van den heer Verschraage niet opgaat. Er wordt niet gevraagd vernietiging van de stemming, omdat de informaliteit van in vloed is geweest op den uitslag, maar omdat in het wezen van de zaak zelve de wet geschonden is. Spreker meent dan ook, dat, hetgeen de heer Boissevain indertijd heeft gezegd, thans niet meer kan gelden, omdat dit betrekking had op de toepassing der vroegere kieswet. Op dien grond komt spre ker tot geetie andere conclusie, dan dat de gekozenen niet mogen worden toegelaten. Onder minister Goeman Borgesius zijn expres strenge voorschriften gesteld, ten einde het geheim der stemming te waarborgen. Nu doet het er niets toe, of anderen hebben kunnen zien, hoe een kiezer heeft gestemd of niet. De vraag is enkel, of er gehandeld is tegen het impera tief voorschrift der wet. Is dit het geval, dan moeten de ge kozenen worden geweerd. Spreker acht die bezwaren bewe zen. Waar thans besloten is, het bezwaarschrift in behande ling te nemen, zal spreker stemmen tegen de toelating.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 277