19 Januari 1907. 29 Zijnde hiervan aannemer geworden C. de Kanter alhier, tegen 11/2 °/o beneden het tarief. Welke mededeeling voor kennisgeving wordt aan genomen. 2. De heer SCHELTUS, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, vraagt, of het in de bedoeling ligt, de notulen van de vorige vergadering alsnog te doen vaststellen en, zoo dit het geval mocht zijn, wil spreker erop wijzen, dat op bladzijde 365 van de gedrukte notulen niet juist is weer gegeven, hetgeen door hem met betrekking iot het openen der bruggen is gezegd. Daarin staat, dat aan het verzoek van adressanten zal worden gevolg gegeven, doch spreker meent gezegd te hebben, dat hij hoopte, dat aan het verzoek van adressanten kon worden voldaan. De heer STAAL meent, dat in de notulen het gesprokene door den heer Scheltus juist is weergegeven, hetgeen ook blijkt uit de verdere discussiën, wijl spreker zich anders tegen het voorstel zou hebben verzet. De heer SCHELTUS zegt, dat het geenszins zijne bedoeling is geweest, zich aldus uit te drukken. De voorzitter stelt alsnu voor, de notulen van het verhandelde in de vergadering van 22 December 1906 goed te keuren en de opmerkingen van den heer Scheltus in de notulen van deze vergadering op te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 3. De heer SCHELTUS zegt, dat er in deze vergadering weer is ingekomen eene aanvrage van een gemeente-ambtenaar om pensioen. Teneinde de beslissing op dergelijke aanvragen voortaan te bespoedigen, wil spreker in overweging geven, burgemeester en wethouders te machtigen om, zoodra eene aanvrage bij dat college is ingekomen, de stukken te verzen den aan de pensioencommissie om advies. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 29