3 September 1907.
293
Tweede afdeel ing uit de heeren
W. J. Slechtriem.
E. H. A. Guljé.
A. A. A. Meeuwesen.
L. A. M. van Mierlo.
j. r. baron van keppel.
vacature (jongste lid).
W. G. h. Rombouts, voorzitter.
Derde afdeeling uit de heeren
P. A. F. de Bont.
F. J. M. Heijlaerts.
J. A. J. W. van Hal.
J. Lijdsman.
H. A. Sassen.
jhr. mr. A. Reigersman.
A. P. Scheltus, voorzitter.
17. Voorstel van burgemeester en wethouders, betrekkelijk
eene verhooging van het loon der werklieden in dienst van
de gemeente, luidende als volgt
„Ons voorbehoudende U later ter vaststelling aan te bieden
„een ontwerp van een z.g. werklieden-reglement, waarvan de
„samenstelling tijd vordert, hebben wij de eer U kennis te geven,
„dat bereids door ons eene nieuwe regeling is tot stand
„gebracht van het loon der gemeente-werklieden, welke regeling
„wij wenschen te rekenen te zijn ingegaan 1 Mei van dit jaar.
„Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U te verzoeken
„ons te machtigen, 2/3 van de hoogere uitgaaf aan loonen voor
„eiken tak van dienst te ontleenen aan de onvoorziene uitgaven,
„art. 2, begrooting 1907, op welke meerdere kosten reeds bij
„het vaststellen der laatstbedoelde uitgaven gerekend is.
„De totaal meerdere uitgaaf per jaar wordt berekend op
6066,30."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel
kan vereenigen.
De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat enkel wordt gevraagd
de goedkeuring der verhooging van de arbeidsloonen tot
een bedrag van 6066,30. Dit heeft op spreker een onaange-
namen indruk gemaakt.