3 September 1907.
295
staande hij wel bereid is, tot eene billijke loonregeling mede
te werken.
De heer HEIJLAERTS meent, dat de loonregeling toch ter
visie heeft gelegen. De verhooging zal gelden voor iederen
tak van dienst. Als men nu nagaat, hetgeen wordt voorgesteld,
dan kan er toch geen bezwaar bestaan, om de gevraagde som
te voteeren. Bovendien is er een beetje haast bij de zaak, wijl
de verhooging al zoolang in uitzicht is gesteld.
De heer 1NQENHOUSZ voelt zeer veel voor de bezwaren
van den heer Van Keppej., doch meent, dat daaraan door
eene kleine wijziging van het voorstel zou kunnen worden
tegemoet gekomen. De verhooging kon worden toegestaan in
afwachting van het nader vast te stellen werklieden-reglement.
De raad behoudt zich dan de vrijheid op de zaak terug te
komen, als dat reglement ter tafel zal worden gebracht.
De voorzitter geeft zijn leedwezen erover te kennen,
dat door den heer Van Keppel de meening is geuit, als zou
den burgemeester en wethouders gehandeld hebben naar
aanleiding van zekeren aandrang. Spreker kan verklaren, dat
de zaak met de meeste nauwkeurigheid is nagegaan en de
voorgestelde regeling niet dan na een groot aantal vergade
ringen is tot stand gekomen. De verschillende hoofden van
takken van dienst zijn herhaaldelijk gehoord en de loonen zijn
geheel in overleg met hen vastgesteld. Spreker kan hierbij de
verzekering geven, dat het loon van geen enkel werkman minder
bedraagt dan bij de verschillende werkbazen hier ter stede.
De heer Van Keppel wenscht de loonregeling vastgekoppeld
te zien aan het werklieden-reglement.
Aan den heer Smits, zegt spreker, is in de voorlaatste
vergadering de toezegging gedaan, dat dit reglement spoedig
zou worden ingediend. Reeds korten tijd daarna is het ont
werp door den samensteller bij burgemeester en wethouders
ingediend, bij welk college het thans in behandeling- is. De
toestand, waarin dat college op dit oogenblik verkeert,
maakt het echter wenschelijk, die zaak niet met overhaasting
te behandelen, opdat ook de nieuwe titularis gelegenheid
hebbe, tot de vaststelling daarvan mede te werken.
Spreker wil echter doen opmerken, dat de maximum-arbeids
duur niets met de loonregeling te maken heeft.