1296
3 September 1907.
Dat de cijfers niet aan den gemeenteraad zijn medegedeeld,
vindt zijne oorzaak hierin, dat de loonen door de betrokken
commissiën worden vastgesteld. Burgemeester en wethouders
zijn echter wel bereid, de verschillende cijfers te doen kennen,
zonder dat deze evenwel in discussie kunnen gebracht worden.
De heer SASSEN wijst erop, dat de heer Van Keppel de
voorgestelde loonregeling samenkoppelt aan het minimum-loon
en den maximum-arbeidsduur, zooals die in de vergadering
van Juli 1906 zijn vastgesteld. Dat besluit had betrekking op
de openbare aanbestedingen en heeft met deze zaak niets te
maken. Ook een werkliedenreglement heeft met eene loonrege
ling niets uit te staan. Daarin komen bepalingen voor omtrent
dienstregeling, rusttijden, straffen, scheidsgerecht en dergelijke.
De heer VAN KEPPEL repliceerende, hoort van den heer
Sassen, dat het besluit van Juli 1906 ten doel had eene
loonregeling bij aanbestedingen. Door spreker is echter ook
gewezen op het besluit van December jongstleden. Nu wordt
den raad enkel voorgelegd een voorstel om 2/s van de hoogere
uitgaaf aan loonen voor eiken tak van dienst te ontleenen
aan de onvoorziene uitgaven, zonder meer.
Spreker houdt vol, dat deze zaak gelijktijdig moet worden
geregeld met den arbeidsduur. Het is niet aan te nemen, dat
door dit voorstel de misstanden zullen worden opgeheven.
Dat er met overhaasting gewerkt is, blijkt ook hieruit, dat
men aan de loonregeling terugwerkende kracht wenscht toe te
kennen, door haar te doen ingaan met 1 Mei. Dat is een be
wijs van zwakheid.
Spreker noemt het een vicieus stelsel, om in den loop des
jaars met dergelijke ingrijpende voorstellen voor den dag te
komen. Waar men toch de uitgaven met een zoo aanzienlijk
bedrag gaat verhoogen, moest dit ook met de inkomsten mo
gelijk zijn. Doch dat gaat niet. Als het percentage van den
hoofdelijken omslag eenmaal is vastgesteld, kan daar niets
meer aan veranderd worden. Spreker constateert alzoo, dat op
de begrooting voor deze uitgaaf geen cent beschikbaar is.
De heer ROMBOUTS betoogt, dat in December voor deze
uitgaaf wel degelijk gelden zijn toegestaan. Men heeft ze op
de onvoorziene uitgaven gebracht, wijl het juiste bedrag voor
de verschillende takken van dienst toen nog niet vaststond.