3 September 1907. 297 Bij regeling van de jaarwedden der agenten van politie werd bepaald, dat deze regeling zou ingaan met 1 Mei. Daarom is het niet meer dan billijk, dat ook voor de werklieden de loon regeling op dat tijdstip ingaat. Men zou anders met twee maten meten. De heer BLOEMARTS meent er eveneens op te moeten wijzen, dat het hier werkelijk alleen geldt eenc regeling van de begrooting. De gelden zijn wel degelijk toegestaan, doch bij de vaststelling der begrooting kon men niet weten, welk be drag voor eiken tak van dienst zou noodig zijn. De heer INGENHOUSZ vraagt, of er aan ecne vergissing in het oproepingsbriefje moet worden gedacht, waar sprake is van eene verhooging van het loon der gemeente-werklieden, ofschoon het blijkbaar slechts eene regeling der begrooting betreft. De voorzitter antwoordt hierop, dat de vermelding van het punt op de agenda werkelijk op eene vergissing berust. De heer SASSEN wil in beginsel gaarne iedereen tevreden stellen en vraagt, of de heer Van Keppel, na de gegeven toe lichtingen, zich niet bij het voorstel zou kunnen nederleggen. De heer VAN KEPPEL antwoordt hierop, dat de verstrekte inlichtingen hem niet hebben kunnen bevredigen. Er is geen post op de begrooting, waaruit deze uitgaaf kan gekweten worden. Over eene luttele uitgaaf wordt soms urenlang gepraat, maar als het over duizenden gaat, neemt men het zoo nauw niet. Spreker had dan ook verwacht een behoorlijk gedocu menteerd voorstel tot wijziging der begrooting en vertrouwt derhalve, dat burgemeester en wethouders dit voorstel alsnog zullen terugnemen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen 1 stemmen. Vóór stemden de heeren Teychiné, Verschraaqe, Ingen- Housz, Slechtriem, Staal, Sassen, Lijdsman, Van Mierlo, Reigersman, Heijlaerts, Smits, De Bont, Bloemarts, Rom- bouts en de voorzitter. Tegen was de heer Van Keppel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1907 | | pagina 297